HomeLezingen

“Koning Willem I “

26 november 2013, lezig door de heer Joachem Abbes 

2013. Het jaar waarin het Koningschap zijn 200ste verjaardag vierde; En waarin Jochem Abbes bij de Kring kwam vertellen over de eerste Koning van Nederland; Koning Willem I.
Nadat zijn vader, stadhouder Willem V in 1795 gevlucht was voor de Fransen volgde een roerige tijd, waarin veel veranderde. De Fransen meenden dat het afgooien van het juk van heersers en regenten ook in andere landen moest gebeuren. Vrijheid, gelijkheid en broederschap wilden zij voor alle lagen van de bevolkingen en vielen landen om hen heen binnen. Ze werden in de Nederlanden met gejuich ontvangen. Men was de heersers zat, die elkaar de leuke baantjes toespeelden. Men was de vele oorlogen zat, waardoor de handel steeds weer blokkeerde en er armoede heerste. De hoge heren werden afgezet en de Nederlanden werd Bataafse Republiek. Napoleon kwam en voerde vele veranderingen door. Even werd Nederland een Koninkrijk onder Lodewijk Bonaparte. Een Koning die hart had voor het kikkerlandje, dit tot ongenoegen van Napoleon. Toen volgde een tijd als Franse provincie. Uiteindelijk voegden de omliggende landen de legers bij elkaar om Napoleon te verslaan in de volkerenslag bij Leipzig en later in de slag bij Waterloo.
De Nederlanden waren even vogelvrij. Het driemanschap van Van Hoogendorp, Van Limburg Stirum en Van Duyn van Maasdam lieten vliegensvlug een bekendmaking de deur uitgaan, dat Holland eindelijk vrij was, de zee weer open lag, de koophandel kon herleven en Oranje weer terugkeren. En dus zette Willem Frederik van Oranje in het jaar 1813 bij Scheveningen weer voet aan wal. Omdat Frankrijk in toom gehouden moest worden, werden Luxemburg, de Zuidelijke- en de Noordelijke Nederlanden samen gevoegd tot één land. De koloniën werden teruggegeven en Willem werd Soeverein Vorst en in 1815 Koning. Er stond hem veel te doen, want handel en industrie lagen lam en er heerste veel armoede. Willem besefte ook goed dat de tijd rijp was voor verandering en paste zich aan.
Een vlijtig baasje, die zijn schouders eronder zette om Nederland er bovenop te krijgen, maar die in de Zuidelijke Nederlanden niet zo geaccepteerd werd. En waar Jochem Abbes ongetwijfeld weer adembenemend over gaat vertellen.