Toespraak Janneke Blaauw
Henk heeft u al welkom geheten. Maar ik doe het in andere woorden nog een keer. We hebben de
laatste dagen met het oor aan de radio gezeten en een rampenplan opgesteld. Het is daarom heel
bijzonder dat er weinig tot geen mensen hebben afgezegd. Het geeft mijns inziens aan, dat velen
deze middag belangrijk vinden. En er graag bij willen zijn.
Ik hoop dat we er met z’n allen voor kunnen zorgen dat deze middag geen gevolgen krijgt.
Alvorens te beginnen, wil ik stilstaan bij enkele mensen die we geïnterviewd hebben, maar die er
vandaag niet meer bij kunnen zijn.
-Greet Edema, de dochter van de toenmalige burgemeester van Noordbroek. Overleden op 100
jarige leeftijd
-Teun van der Zijde, een B.S.er tijdens de Bevrijdingsdagen in Noordbroek
-Mevr. Strabbing, aan het eind van de oorlog een meisje van 17 of 18 jaar
-Geuko ten Have, hij heeft voor ons naar gegevens gezocht van een slachtoffer van de oorlog.
Ook door hun gedrevenheid en openheid is het boek geworden wat het is. Daarnaast heeft hun
familie en de gemeenschap weer afscheid moeten nemen van een mens.
In schril contrast staat deze middag, om met precies 100 genodigden en belangstellenden iets te
vieren. Want het langverwachte oorlogsboek is klaar.
Hoe vier je een oorlogsboek. In Coronatijd. Is het verstandig om het groots te vieren of halen we ons
iets op de hals. In samenwerking met uitgeverij Profiel bleek wel dat ze van ons een presentatie verwachten
met natuurlijk de nodige reclame. En bij het prikken van de datum was Corona in het Noorden nog
mimimaal. We gingen, en we gaan, de uitdaging aan.
Allereerst wil ik wethouder José van Schie hartelijk welkom heten. Voor bestuurders is dit een drukke
en spannende tijd. Heel fijn dat u vanmiddag kon komen. Mevr. Van Schie gaat het eerste boek
aanbieden.
Dan kijk ik recht naar voren. Want daar zitten de mensen die het eerste boek in ontvangst mogen
nemen.
Een heel warm welkom de fam. Emmens, fam. Mulder en fam. Woltjer. Het voelt speciaal dat jullie
hier zijn.
Tijdens het interview met Jacob van der Woude vroeg hij of ik de verzetsstrijder Jan Emmens ook
kende. Nee, die was mij onbekend. Op internet ben ik gaan zoeken en zag dat een zekere Yolande
Emmens zijn gegevens had bijgewerkt. Dat moest wel familie zijn. Ik heb een oproep gedaan op
facebook en nog diezelfde middag kwam een berichtje “Hier ben ik”. Yolande Postema-Emmens
bleek de kleindochter van Jan Emmens te zijn. Zijn verhaal wordt door haar in het boek beschreven.
Belangrijker is de zoon van Jan. Lukas Emmens en zijn echtgenoot zijn hier aanwezig. En ik heet jullie
hartelijk welkom.
Bij alle interviews heb ik steeds gevraagd of er iets te vertellen was over Veearts Nanno Mulder. En
iedere keer viel het me op dat mensen een andere toon aannamen, zachter en met medeleven. Een
aardige man die altijd klaar stond. Toen we vroegen naar adressen van kinderen, zie diegene; “laat
het toch rusten”. Maar daar kwamen we voor dit boek niet verder mee. Ook het Gronings Archief
kon niet verder helpen. Het lot geschiedde. Want op datzelfde moment mailde een kleinzoon naar
de Historische Kring met de vraag of we ook iets wisten over zijn grootvader Nanno Mulder.
We krijgen wel vaker vragen van kinderen of kleinkinderen of wij ook iets kunnen vertellen over
hun voorvaderen. In de veronderstelling dat we beide op zoek waren heb ik geantwoord.
Maar niets was minder waar. De kleinzoon gaf ons uw mailadres, de jongste zoon.
U hebt mij enorm op weg geholpen naar debronnen. Dat was niet Groningen,
maar de Tresoor in Leeuwarden. Ook voor u en uw echtgenoot hartelijk welkom.
Waarom heeft iemand interesse in de oorlog. Bij mij ligt dat in eigen familiesfeer. Door wat mijn
vader heeft meegemaakt, maar nooit over heeft verteld. Dan ga je zoeken.
Toen ik in 1980 in Zuidbroek kwam wonen viel mij de Klaas Woltjerweg op. Een oorlogsverhaal, waar
die van mij niet bij in de schaduw kan staan, waar ik ook alles over wilde weten. Maar evenals in
Noordbroek, kwam ik niet ver. Wel kon men mij een liedje geven, dat de jeugd zong over een broer
van Klaas; “Wie weet waar Willem Woltjer woont, Willem Woltjer woont wijd weg”.
Maar op een gegeven moment kon ik met zus Marta uit Hoogezand naar broer Arend in Leek rijden.
Ik wilde heel graag horen over hun oudste broer Klaas Roelof Woltjer. Maar als jongsten konden ze
niet zo heel veel vertellen. Hun oudste zus (en nu weten we dus ook wanneer dat bezoek is geweest)
was die morgen net overleden. Zij had vast meer geweten. Ik kreeg een exemplaar van het boek over
Klaas Woltjer, geschreven in opdracht van Kamp Vught en in beperkte oplage gedrukt. Ik beschouw
het nog steeds als een kostbaar bezit.
Ondanks dat het niet meeviel om een Woltjer te vinden, wordt “tante Mart” ,als ik dat voor deze
keer even mag zeggen, heel erg gesteund. Voor de hele familie een heel hartelijk welkom.
Natuurlijk zijn er meer oorlogsslachtoffers en slachtoffers van de oorlog. Ze staan hopelijk ook
allemaal in ons oorlogsboek. Opgespoord door Anton Koekkoek. Die dit hoofdstuk voor zijn rekening
heeft genomen. Maar ook andere hoofdstukken. Want Anton verzameld al vanaf zijn jeugd alles over
de oorlog en over Zuidbroek. Fijn dat je er bent.
Een andere, die enkele hoofdstukken heeft geschreven is Nick Kieft. Historicus in hart en nieren en
zodoende heeft hij over onze Poolse bevrijders en de luchtoorlog geschreven. Bij het lezen van de
laatste wordt direct duidelijk waarom mensen bang waren als er vliegtuigen overkwamen. Overal in
de buurt is wel eentje neergestort. Fijn dat je er bent Nick.
Ook door Jacob van der Woude hebben we contact gekregen met de kleindochter van Mente
Suzenaar. Verzetsstrijder, maar dan een gewapend verzet en die ook sabotage durfde plegen aan het
spoor. Hij kon na de oorlog het leven weer oppakken. Andy Suzenaar heeft ons over haar opa
geschreven. En zo weer een verhaal van een kleindochter. Ze is vandaag hier aanwezig. Hartelijk
welkom.
Soms kwam ik iets tegen op facebook. B.v. de vraag van iemand naar post Hindertje. Post Hindertje
had ik in een interview wel horen noemen, maar geen grootste dingen aan vastgeknoopt. Door toch
op dit oproepje te reageren kwam ik in contact met Wiert van der Veen. Hij was op zoek, voor de
zoon van Hindertje, naar meer gegevens over deze post. Wiert heeft speurwerk gedaan en heeft van
post Hindertje een verhaal gemaakt met bijzondere familie-foto’s. Helaas heeft zoon Jan Pieter Jager
het verhaal niet meer kunnen lezen. Maar zijn wens om post Hindertje in kaart te brengen is gelukt.
Het staat in dit boek. Helaas heeft Wiert zich door ziekte af moeten melden.
Bijzonder is de gift van iemand, aan de Historische Kring, van de memoires van Burgemeester
Buurma. Getypt met carbonpapier. Om er voor ons verenigingsblad iets uit te kunnen halen was ik
begonnen met overtypen en stuitte op de oorlog. Achterin het boek heeft hij zelfs het laatste half
jaar als een dagboek bijgehouden. In ieder hoofdstuk van het boek konden we iets uit deze memoires
of dagboek gebruiken. En zo is burgemeester Buurma de rode draad door heel het boek. Door de
beschrijving van de burgemeester van zijn kinderen konden we namen zoeken op internet in
krantenknipsels en overlijdensberichten. En zo vonden we Hanna Hiemstra-Buurma, Linda en
Albert Coenen, zijn kleinkinderen. Heel enthousiast en hartelijk. Vanuit Apeldoorn, Amsterdam en
Aerdenhout. Heel hartelijk welkom.
Ik noemde hem al; Jacob van der Woude, vandaag nog met een bootreis op vakantie. Hij was niet
alleen geïnterviewde, maar gaf ook tips waar we meer konden vinden.
Wel aanwezig is Gerard Arbeider. Ook iemand waar we veel aan hebben gehad. Speurder in
Noordbroek naar brieven, documenten en mensen met verhalen. Hartelijk welkom.
Door Greet Edema kwamen we bij haar vriendin Mevr. Sikkema uit Uithuizermeeden. Ik wist niet
anders dan de Joodse bevolking van Noord- en Zuidbroek had niets ondernomen om de dans te
ontspringen. Maar het eerste wat mevr. Sikkema zei was dat Simeon van der Hak bij hun op de
boerderij ondergedoken was geweest. Een totale verrassing om dit te horen. Helaas durft mevr.
Sikkema het vanmiddag niet aan. Maar haar dochter is er wel om te kunnen vertellen hoe de middag
is geweest. Er worden foto’s gemaakt, dus als je die wilt hebben dan zeg je het maar.
De mensen die aan het boek hebben meegewerkt door brieven, een oorlogskrant, herinneringen.
Van wie Gerard zo maar een fotoalbum meekreeg om in te zien.
Mensen die zelf met foto’s of documenten kwamen of met een verhaal. Soms achteloos verteld,
maar waardoor er ineens een kwartje viel. Te veel om iedereen bij naam te noemen. Ik weet door de
verplichte opgaves dat jullie er zijn. Daar ben ik blij mee. Hartelijk welkom.
En dan zijn er de vele, vele geïnterviewden. Waardoor het boek een persoonlijk tintje heeft gekregen.
Het leven in oorlogstijd zoals die door de burger is beleefd. Ik herinner mij nog het eerste interview.
Er was mij verteld dat deze man heel veel verhalen wist. Ook hoe ze de bezetter wel eens voor de
gek hielden of regels omzeilden. Maar wat men elkaar verteld met één elle boog op de tapkast,
wordt achterwege gelaten als het een serieus verhaal moet worden. Buren en dorpsbewoners
werden in bescherming genomen. Geen enkele geïnterviewde wil ik tekort doen, want allen hebben
belangrijk bij gedragen. Een paar namen wil ik nog noemen;
Meneer Hugo Sijpkens, die de volgende dag weer bij mij in de keuken zat omdat er nog meer
herinneringen naar boven waren gekomen. Hij heeft zeer veel verteld over Noordbroek. Zodanig dat
ik het naast andere verhalen kon leggen en de bevrijding van Zuid- en Noordbroek bijna per uur kon
weergeven.
Meneer Johan Heis. Er was met u al een interview opgenomen. Meneer Heis kon zich zoveel
herinneren dat ik een volle werkweek nodig had om het geluidsdocument af te luisteren, tegelijk op
te schrijven en te typen. Ook zijn verhaal konden we gebruiken voor de reconstructie van de
bevrijding op 14 april 1940.
Iemand vertelde over zijn vriendje, het Joodse jongetje Kootje, die zomaar plotseling was verdwenen
en nooit meer terug is gekomen. Bij die herinnering schoot hij vol. Het laat zien welke beleving er
werkelijk achter al die min of meer zakelijke weergaves van het leven in oorlogstijd schuilt.
Jullie allen zijn mij dierbaar geworden. Door inzet, motivatie en bereidheid. Door de openheid. Door
de verhalen van jullie leven. Samen hebben we dit boek gemaakt. Een pronkjewail. Wat we bij het
lezen en bekijken wel moeten bedenken is, dat het voor iedereen de eerste keer was om een boek te
maken. Maar in mijn ogen is het een waardevol monument. Allemaal een groot Dankjewel.
Foto ©Maria Visser