Groningen Garnizoensstad 1940-1945
Vijf jaar lang stond Groningen onder toezicht van de bezetter vanuit de Wehrmacht en de
Ortskommandantur. Weinig is hierover bekend in de stad en provincie. Waar waren ze, waar
zaten ze en wat hebben ze hier gedaan. Sipke de Wind heeft 14 jaar lang uitgebreid onderzoek
gedaan naar het optreden van Duitse legereenheden in Noord-Nederland.
De Wind over deze periode: “Na ‘Dolle Dinsdag’ groeide het Duitse garnizoen spectaculair
in Groningen. Marine en luchtmacht vestigden er hun operationele eenheden. De stad werd
een standplaats van diensten van de Duitse Kriegsmarine, een spionagecentrum en veel meer.
Dit had allerlei gevolgen in het dagelijks leven van de bevolking. Na de invasie van de
geallieerden, toen de Duitsers in het defensief raakten, besloten zij om de stad te verdedigen.
De Ortskommandantur, oorspronkelijk bedoeld om toezicht te houden, werd gemilitariseerd
en de inwoners kwamen steeds meer in de knel”.
Sipke de Wind, die vorig jaar ook al een lezing voor de HKM verzorgde (Nieuwe kijk op de
Duitse inval in Groningen 10 mei 1940) nam ons mee terug naar de bezettingsjaren.
Waarom werd Groningen zo’n belangrijk militair steunpunt en wat betekende dit voor de
inwoners van de stad en de provincie?