HomeLezingen

Lezing Hannekemaaiers

26 oktober 2017, lezig door Otto Knottnerus 

Op 26 oktober 2017 kwam dhr. Otto Knottnerus, kenner bij uitstek van de geschiedenis van Noord Groningen en het aangrenzende Duitsland, bij de H.K.M. vertellen over Hannekemaaiers.

Op zich een schitterende naam, maar het is te herleiden naar Hansje maaier. En Hansje was een niet zo erg aardig woord voor Duitsers. Hozevelings is het Groningse woord voor kousen/broeken uit (West)falen. Dus Duitsers die hier textiel kwamen verkopen. Ook wel Lapkepoepen genoemd. Want Duitsers werden ook wel aangeduid als Poep. Scheldnamen, die in die tijd niet zozeer als scheldnaam werden gezien en gebruikt. Het was meer een verwijzing naar wat men deed of waar men vandaan kwam. In één woord was voor iedereen duidelijk wie of wat werd bedoelt. (Zo had je meer scheldnamen; b.v. Jeuden, boesjeuden, koksen, paapsen).

Mensen uit het arme Duitsland kwamen hier om geld te verdienen. Soms deden ze wat er aangeboden werd als gras of koren maaien, turf afgraven, kanalen graven, in het leger. Soms kwamen ze met eigen ambacht als kleermaker of met eigen producten als kiepkerel. Wat erg onbekend is, is wel de haringvangst. Een speciale bezigheid, waarbij een hele dag de oliekleren niet uit konden. Met vis-handen aan je kleren zitten was niet aan te raden. De vislucht ging er niet meer uit. De specialiteit van deze visvangers was dan ook dat ze een hele dag hun plas op konden houden. Sommigen konden de werkzaamheden in den verre combineren met de werkzaamheden op hun eigen kleine boerderij. Feit dat je huis en haard moest verlaten voor een bepaalde periode was natuurlijk niet leuk. Maar dat je elkaar ook nog niet kon vertrouwen op de terugreis, wanneer een ieder verdient geld op zak had, maakte dit avontuur wel erg vervelend. Wie was de sterkste? Hier en daar zijn nog gedenkplekken terug te vinden, zoals een kruis op de grond, als herinnering aan een dode Poep, door reisgenoten omgebracht.

Het kaartje, door dhr. Knottnerus geprojecteerd, en wat liet zien hoe het Europese volk, door de Eeuwen heen, had getracht geld te verdienen in rijkere delen van hun land of andere landen, geeft toch het idee dat het rusteloos zoeken van mensen naar een beter leven van alle tijden is. De bewegingen die na te gaan zijn, stammen van vóór de 80-jarige oorlog. Vanaf die tijd schieten de pijlen alle kanten op. Maar aangenomen mag worden dat voor die tijd ook al werd gereisd. En vandaag de dag niet minder. Van Spanje naar Frankrijk. Van Zuid-Frankrijk naar Noord. En toch heel wat van Duitsland naar Noord-Nederland. Door verkering of het vinden van een vaste baan is een groot aantal hier gebleven. Sommigen weten het van hun voorouders, maar vele onvermoede stambomen gaan ook richting Pruisisch Minden of Lingen of andere Duitse dorpen. Wees dus voorzichtig in de bewering; “ik bin oet de klaai trokk’n. Ik bin een rasechte Grunniger.”